De regels van de Beoordelingsrichtlijn BRL SIKB 7500/7510 hebben betrekking op de acceptatie van enkel grond en baggerspecie, opslagbeheer en procesmatige reiniging, alsmede uitkeuring en afzet van eind- en restproducten.
Hierin is de wijze waarop grondbewerkingsbedrijven omgaan met verontreinigde grond en baggerspecie, vastgelegd en geüniformeerd en daarmee transparant gemaakt.
Sinds april 2007 wordt immobilisatie van verontreinigde grond als gelijkwaardig aan reiniging aangemerkt. Sinds dat moment geldt dan ook de volgende minimumstandaard voor het be- en verwerken van ernstig verontreinigde grond:
De minimumstandaard voor het be- en verwerken van grond is nuttige toepassing, zonodig voorafgegaan door reiniging of immobilisatie, volgens de normen die zijn vastgelegd voor het betreffende toepassingsgebied.
De BRL 7500/7510 is een procescertificaat voor een bewerkingsprotocol. Hieronder valt uitsluitend de (ex situ) bewerking van verontreinigde grond c.a. en baggerspecie door middel van koude immobilisatie.
Bewerking van verontreinigde grond, baggerspecie en/of van andere –tot grond reinigbare- afvalstoffen door een gecertificeerd grondbewerkingsbedrijf ‘buiten het certificaat om’ is niet toegestaan.
Toepassing van genoemde BRL (en van de daarmee samenhangende protocollen) voor de diverse ‘grond’-stromen is wettelijk verplicht. Daarmee is een goede kwaliteitsborging ten aanzien van de gehele keten van (water)bodemsanering tot afzet van bewerkte grond/baggerspecie gerealiseerd.
In relatie tot BRL SIKB 7000 wordt opgemerkt dat ook het bewerken van ernstig verontreinigde grond ter plaatse van de uitvoering van de bodemsanerings-werkzaamheden op locatie, onder de reikwijdte van BRL SIKB 7500 en het voorliggend protocol 7510 valt.
De afzet van het immobilisaat door bewerkingsbedrijven vindt veelal plaats conform BRL 9322 met monsterneming voor partijkeuringen vormgegeven bouwstoffen conform BRL SIKB 1000 met protocol 1003. BRL SIKB 7500 en protocol 7510 vormen een nadere uitwerking van de wijze van acceptatie en bewerking zoals beschreven in BRL 9322.
Dit protocol beschrijft de wijze waarop de grond- en baggerspeciebewerkingsbedrijven invulling geven aan het vigerend toetsingskader (Wbb, WABO (voormalig Wm) en Waterwet) en op basis waarvan kan worden vastgesteld dat een correcte procesmatige reiniging of immobilisatie heeft plaatsgevonden.
Dit wordt bereikt door auditing van de kwaliteit op ten minste de volgende risicogebieden:
Nadrukkelijk wordt opgemerkt dat sprake is van een procescertificaat.
In het kader van de vooracceptatie dient de opdrachtgever/ontdoener –mede aan de hand van historische info- de fysische en chemische samenstelling van de desbetreffende partij verontreinigde grond/baggerspecie aan de hand van de daarvoor vigerende, wettelijke bewijsmiddelen inzichtelijk te maken:
a: Fysische samenstelling: gehaltes aan droge stof (ds.), lutum, humus (o.s.) en
bodemvreemde bestanddelen
b: Chemische parameters: parameterpakket overeenkomstig NEN5740 dan wel BRL9335
(pakket A per 01-06-2008 bestaande uit barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood,
molybdeen, nikkel, tin, zink, som-Pcb’s, som-PAK’s en minerale olie), eventueel
aangevuld met
c: Partij specifieke en/of proces kritische parameters
Als wettelijke bewijsmiddelen voor verontreinigde grond gelden:
Dit betekent dat vooracceptatie van verontreinigde grond en/of baggerspecie, ook voor immobilisatie, plaatsvindt aan de hand van de gegevens omtrent de samenstelling van de aangeboden partij. Acceptatie van verontreinigde grond/baggerspecie voor immobilisatie vindt alleen plaats voor zover:
Het bedrijf mag wel zwaarder verontreinigde partijen accepteren en immobiliseren indien:
Hiervoor zijn de volgende bewijsmiddelen van toepassing: ervaringsgegevens (uitgevoerde praktijk- of proefbewerking(en) met de desbetreffende installatie en bedrijfsvoering) en/of karakterisatie-onderzoek. Dit betekent een immobilisatie- of emissieproef onder gelijksoortige bedrijfscondities op laboratoriumschaal of met behulp van een pilot-plant.
In dat geval gelden voor het desbetreffende bewerkingsbedrijf hogere acceptatie grenswaarden dan de in de tabel gegeven acceptatiegrenswaarden en kunnen (ook) dergelijke, zwaarder verontreinigde grond/baggerspecie door het betreffend bedrijf als ‘standaard-grond’ worden aangemerkt en behoeven tijdens acceptatie, clustering, verwerking e.d. geen specifieke, afwijkende regels meer in acht te worden genomen. Deze verhoogde waarden worden door B-CIS BV opgenomen in de B-CIS toets-tabel voor grond en worden middels audits vastgelegd en geautoriseerd.
Uitsluitend partijen die de eindacceptatie positief hebben doorlopen mogen, voorafgaande aan procesmatige bewerking, worden samengevoegd/geclusterd tot een opslagcluster, mits separate bewerking tot eenzelfde kwaliteit van eind- en restproducten zou leiden. Clustering vindt dus plaats op basis van (overeenkomsten in) aard en samenstelling van de chemische en fysische verontreiniging.
Afzet van het immobilisaat vindt uitsluitend plaats wanneer wordt voldaan aan de eisen die gelden voor een bouwstof: aan de hand van vigerende, wettelijke bewijsmiddelen toont het gecertificeerd bedrijf aan dat het immobilisaat voldoet aan de geldende samenstellingseisen, emissie-eisen overeenkomstig bijlage A van de Regeling bodemkwaliteit en indien van toepassing civieltechnische eisen voor een bouwstof.
Erkende bewijsmiddel zijn:
Wilt u meer informatie of bij ons langskomen op kantoor?
Neem dan gerust vrijblijvend contact met ons op.